Nog onder de indruk van de dikke stoeptegelroman Alkbiades van Ilja Leonard Pfeijffer bladerde ik in een ANWB Motorkampioen uit 1957. Daarin viel mijn oog op een advertentie die symbool stond voor enige Nederlandse motorglorie. ‘We’ hadden nog de motorfietsen van Sparta.
In de roman komen de oorlogen tussen de stadsstaten Athene en Sparta en de rol van Alkibiades uitgebreid aan de orde. Maar gek genoeg had ik nooit eerder de link gelegd tussen de oud-Griekse stadsstaat op de Peloponnesos en het motormerk uit Apeldoorn.
Eigenlijk een gekke merknaam voor een motorfiets die verwijst naar de tijd van de oude Grieken, leek me. Maar raadpleging van de lijst van de Tjech Erwin Tragatsch van ruim 2.000 ooit bestaande merknamen van motorfietsen, laat echter zien dat er een ware hype geweest moet zijn in het aannemen van namen uit de oud-Griekse geschiedenis. Ik tel algauw zo’n 75 namen die verwijzen naar goden (o.a. Apollo, Helios, Mercury), helden (Ajax, Hercules) en andere mythologische wezens (Adonis, Griffon, Titan).
Kolder
De makers van Achilles (Oostenrijk-Hongarije 1906-1912) moet de klassieke kolder in de kop zijn geslagen. Ze verbinden held met oppergod en spannen de kroon: ze bouwden in hun Achilessen de motorblokken van Zeus (ook O-H 1904-1910) die 500 cc eencilinder en 600 cc tweecilinder blokken op de markt bracht.
We spreken over vergane glorie wat betreft de motorfabrieken en -fabriekjes. Maar de oude Grieken laten zich niet wegblazen uit onze geest: in 2019 bracht het Amerikaanse Curtiss een prototype van een razendsnelle elektrische motorfiets uit onder de naam Zeus.

De Sparta uit 1957 beloofde naast een soepele gang en een rotsvaste wegligging een comfortabele zit. Dat laatste bevreemdt me, want uit de roman had ik nu juist geleerd dat de zeer streng gedisciplineerde Spartanen niets zo verafschuwden als lummelen, achteroverhangen en comfort.
En van dat comfort weet ik alles af. Ik kreeg een ‘Spartaanse’ opvoeding. Als vijf- of zesjarig jochie nam ik al plaats op een Sparta, een SL250. Ik zat voor mijn vader op de tank, terwijl mijn drie jaar jongere zusje een plek op de buddy kreeg, ingeklemd tussen mijn vader en moeder. Een Spartaanse gezinssparta.