Het regent plunjers

Charles Darwin

Ik weet wat wachten is. Een jaar lang heb ik als een bok op de haverkist gezeten. Wachtend, hopend, smekend dat er toch tenminste een artikeltje, een alineaatje zou opduiken waarin Norton en Darwin in één zin werden genoemd.

Als ze samen ergens een hoofdstuk hadden gedeeld was het ook goed geweest. En een doktersromannetje of een ingezonden brief in 100% Groen, maandblad voor biologisch tuinieren, waarin beide heren figureren, had me al dik tevreden gemaakt.

In het tweehonderdste geboortejaar van Darwin zou natuurlijk een lawine aan nieuwe informatie over de Britse natuuronderzoeker loskomen. Ik had zitten popelen om een stukje te schrijven over twee mannen die de wereld schokten. Over Charles Darwin (1809-1882) en James Lansdowne Norton (1869-1925) en hun relatie tot elkaar.

Zorgvuldig hield ik dat jaar kranten en natuurlijk internet in de gaten hopend dat mijn held James Lansdowne iets fraais gezegd zou hebben over mijn andere held Charles. Wie weet hadden ze ooit bij elkaar in de buurt gewoond en had de inmiddels bejaarde Darwin dat leuke buurtjoch James Lansdowne zien tollen of hoepelen. Hun geboorteplaatsen repectievelijk Shrewsbury en Birmingham liggen op slechts vierenhalf uur fietsen van elkaar verwijderd.

Het vergeefs wachten op nieuws groeide uit tot een dagelijkse kwelling; het werd uiteindelijk een weggegooid NortonDarwinjaar zonder een snippertje nieuws over mijn twee helden.

James Lansdowne Norton

Maar goed, rond de kerst hield ik het niet meer en heb ik ten langen leste toch de big bazooka die Google heet, eringegooid. Ik zou hoe dan ook een antwoord vinden op een prangende vraag die me vanaf klokslag 00:00 uur op 1 januari 2009 onafgebroken bezighield. Mag je de ontwikkeling van je Norton ES2 gelijk stellen aan de ontwikkelingsgang der menschheid? Zijn er momenten geweest dat de betere kanten van de ES2 zich verder ontwikkelden, terwijl slap inelkaargezette constructies na een eerste herfstshow op Earls Court al snel het loodje legden?

Bij een ogenschijnlijk dood ding als een ES2 kan toch geen zelfstandig selectie volgen die heeft geleid tot een motorfiets die zich beter had aangepast aan nieuwerwetse asfaltwegen en een steeds verder verstedelijkte omgeving? Die zich meer voegde naar zijn berijders die er meer en meer voor de lol op zaten in plaats van mensen die voor de uitoefening van hun beroep de ES2 bereden? Of kon het misschien nog gekker: dat de ES2’s zelf de steven wendden naar landen met dezelfde achtergebebleven infrastructuur waaraan ze in hun moederland zo gewend waren? Zoals een trekvogel de beste voedselgronden zoekt.

Is dit allemaal futuristische flauwekul omdat een ES2 of welke Norton dan ook willoos zou zijn?

Maar een schildpad wil toch ook niks? Die eet toch ook maar zijn blaadje sla zonder dat hij op de gedachte komt ‘vanaf morgen wil ik het anders en heb ik maar te zorgen voor nageslacht dat zich wel op de rug kan krabben als dat nodig is’? En hoe dood is een ES2? Hoe kan het dat de ene ES2 een first-kicker is, en de andere die even goed is afgesteld altijd een tweede of derde trap nodig heeft?

Ja, ik ken hele volksstammen die de motorfiets heel duidelijk een eigen wil toekennen. Die zeggen dat een motorfiets ‘lui’ kan worden als je hem verkeerd inrijdt. Ik weet nog steeds niet of dat klopt. Maar stel dat dat zo is. Dan wordt die motor niet een slome duikelaar omdat jij als gevolg van slecht inrijden meer en vaker aan de rem gaat hangen. Die sloomheid moet ergens in zijn binnenste zitten.

Na een jaar van talloze Darwin-kennislawines was ik steeds vaster gaan geloven dat die darwinistische ES2-evolutie er wel is geweest. Niet op eigen houtje maar door menselijke tussenkomst.

Bij de ES2 is dat zo mooi waar te nemen. Niet alleen omdat hij zo lang in productie is geweest. Ook omdat hij zo enorm veel draaiuren heeft gemaakt en nog maakt.

Daarbij zie je ook een frappant darwinesk verschijnsel. Zoals veel dieren die geïsoleerd en zonder natuurlijke vijanden op een eiland leefden, ontwikkelde ook de ES2 zich aanvankelijk nauwelijks of zeer traag. Pas na de grotere export door en na de Tweede Wereldoorlog volgden de verschillende varianten elkaar bliksemssnel op. Sla het boek Norton Singles van Roy Bacon er maar op na. Van 1931 tot 1945 zijn er weinig modificaties te melden. Daarna regent het plunjers, roadholders, aluminium stoterstangen en ingeblikte kettingen.

Dat kwam niet alleen maar omdat de mens dacht ‘Hé daar staat een ES2. Hoogste tijd dat we er weer iets aan verbeteren’. Nee het ding moet wel iets van een kiem tot verandering in zich hebben gehad. Zo is er van een verdere ontwikkeling van kruiwagens weinig terechgekomen omdat de menselijke geest zich er niet mee bemoeide. En dat heeft de kruiwagen naar mijn idee vooral aan zichzelf te danken. Het is een ontzettend traag en suf ding waarmee je niet wilt worden gezien. Daar besteedt niemand aandacht aan. Het blijft gewoon op één wiel doorrijden en als-ie iets te vol is geladen, slaat-ie om naar rechts of links. Dat verandert nooit.

Een ES2 is ook een ding, maar wel een schitterend ding. En toen bleek dat de mens zijn eigen soort ten gronde zou richten door maar te blijven rijden met een schitterende motorfiets zonder achtervering, en er zoveel beurse derrières waren, kwamen constructeurs vanzelf op het idee van de achtervering. De ES2 lokte het uit.

Google leverde tot slot alleen bagger op: ik kwam niet los van Norton de (Darwin)boekuitgever. En een paardengeslacht waarbij een zekere hengst Darwin wordt gekruist met de merrie Norton

Na de winter weer lekker rijden op mijn opnieuw verbeterde ES2.

Gebaseerd op column die eerder verscheen in Unapproachable van Norton Club Nederland

Dit bericht is geplaatst in blog met de tags , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie