In zekere zin had Peter Fonda pech toen voor de film Easy Rider de twee choppers verdeeld werden onder de beide hoofdrolspelers. Omdat Fonda genoeg motorrijervaring zou hebben werd hem de meest lastige van het tweetal Harley Panheads in de maag gesplitst. Deze tot Captain America omgedoopte moviebike met een balhoofdhoek van 43 graden plus apehangstuur bleek een haast onbestuurbaar geval.
De Billy Bike, zoals de door Dennis Hoper bereden Panhead werd genoemd – naar zijn rol als Billy – was met een kortere hoek een stuk makkelijker te hanteren.
De motor van Fonda was niet alleen moeilijk bestuurbaar en ‘a major bitch to ride’, aldus Fonda na een week proefrijden; eigenlijk is het van begin af aan een enfant terrible van jewelste geweest. Daarover straks meer.
Over de stuurproblemen van de filmmotor had ik nooit nagedacht toen Easy Rider precies vijftig jaar geleden in de bioscoop kwam. Captain America met zijn stars-and-stripes-pindatank was de droom van iedere 16-jarige Puchjongen. Die had al een hoog stuur. En als je een verchroomde ruggensteun monteerde was er toch nog nauwelijks verschil waarneembaar met de 1200 cc Panhead.
De film was een kassamagneet voor alle jongeren en een lokdoos voor aspirant-motormuizen die zworen zich nooit meer in een koekblik te laten opsluiten. Zoeken in advertenties van Weekblad Motor of er iets voor een brommerprijs te koop was, zodra je achttien zou zijn. Het was ‘easy riden’ op papier.
Eerst dan maar eens kalm aan beginnen met een sissybar (wat port die plunjebaal met waterketel lekker in de rug) en een als footrestbar ingezette valbeugel op de brommer. De kanis bekroond met een hippe jethelm: niet onder handen genomen met stars en stripes, maar met oranje en blauw.
Captain America bleek een enfant terrrible, zoals ik al zei. In de film eindigde hij weliswaar in een crash na een beschieting van Wyatt (Peter Fonda) door een redneck maar de motor leefde voort. Hij is decennialang inzet geweest van een conflict. Er bleken niet één maar twee ‘captains’ te bestaan waarvan de eigenaren met certificaten van echtheid in de hand, het alleenrecht claimden.
Voor alle duidelijkheid én verwarring: naast de twee filmmotoren waren er tijdens de opnamen ook twee reserves achter de hand gehouden. Drie van de in totaal vier werden gestolen tijdens de productie van de film. De enige overgeblevene was daarmee de ‘captain’ die na de crash echter zwaar in de kreukels lag.
De Amerikaanse acteur Dan Haggerty (later bekend als Grizzly Adams) had zich voor Easy Rider naast zijn rol als hippie over de motorfietsen ontfermd. Hij bouwde na het draaien van de film met gebruikmaking het enig overgebleven frame en een aantal ongehavende onderdelen een nieuwe Captain America en verkocht deze in 1996 met certificaat. Hij had echter ook een replica inelkaargesleuteld en bracht die, eveneens met certificaat van echtheid, in 2005 aan de man.
Vier jaar geleden
gaf Haggerty toe de boel te hebben geflest: alleen de in 2005
verkochte chopper had het originele frame en voor 90 procent aan
originele onderdelen. De eerder verkochte motorfiets zou een replica
zijn geweest.
Bij mij is het goed
gekomen, de motor kwam er. De Puch is een slopersdood gestorven. Zou
er nog ergens iemand rondlopen die beweert mijn enige, echte
oranjeblauwe brommer in bezit te hebben? Ik kan het me niet
voorstellen..