Carin krijgt de bons

Om op commando na 100 meter linksaf of bij de volgende rotonde rechtsaf te slaan, daar houd ik niet erg van. Ook al klinkt de tomtomstem nog zo lieftallig en heet ze Carin. Natuurlijk heb ik het geprobeerd, maar het wilde maar niet iets worden tussen mij en die stem.

Ik heb de tom inmiddels ingeruild voor de zon. Ik rij de zon achterna. Zonder ingeblikte commando’s, maar ook zonder kaart die ik in mijn pretomtomtijd hanteerde. Maar wat leverde me dat een boel ellende op: gewijzigde wegnummeringen, onleesbare dorpsnamen, doorweekt kaartpapier, mannetjes die op je afkomen of-ze-soms-kunnen-helpen.

Ik moet rijden als een oude zeekapitein, me verlaten op de sterren, de wind. Of inderdaad de zon.

Het achterna rijden van de zon heeft een zekere beperking. Je reist altijd met de wijzers van de klok mee. Stel dat je om negen uur ’s ochtends vertrekt en je met een gemiddelde van zestig per uur rijdt. Dan moet je volgens mijn berekeningen om acht uur in de avond in het Belgische De Panne staan. Vooropgesteld dat je reisdatum 22 april is.

Route en eindbestemming veranderen als je je vertrekuur wijzigt. Om zeven uur weg uit Enschede? Sta je om acht uur in Rouen. Maar door een steeds veranderende zonnestand dan wel alleen als je reist op 21 juni.

Overigens kun je net zo goed in Sleeswijk-Holstein uitkomen als je consequent met de zon in je nek rijdt. Maar dan moet je – vanuit Enschede gerekend – op 21 juni zeker niet voor half tien van huis gaan. Anders kom je vast te zitten voor de Nederlandse kustlijn.

Een ander tomtom- en richtingbordloze rijvariant is mogelijk met een beetje eenvoudige meetkunde. Laten we ervan uitgaan dat je van Enschede naar Wenen wilt. Teken een driehoek die bestaat uit de de lijn c Enschede-Wenen, de lijn b die je trekt vanuit Enschede evenwijdig aan de meridiaan en een loodlijn a die je neerlaat vanuit Wenen op lijn b.

De verhouding tussen a en b bepaalt je route. Als je deze zijden opmeet zie je dat ze zich ongeveer als 2:1verhouden. Dit meetkundewerk is de enige voorbereiding die je thuis te doen staat. De rest is kinderspel. Want als je vanuit Enschede begint in oostwaartse richting te rijden hoef je niet meer te doen dan bij voortduring de tweede straat rechts en de eerste straat links, de tweede rechts, de eerste links enz. te nemen. Zou de verhouding 3:2 zijn dan rij je derde rechts en de tweede links, enz.

Omdat we in zuidoostelijke richting willen, beginnen we onze tocht als eerste met de afslag naar rechts. Zou je je hiermee vergissen en eerst naar links afslaan dan eindigt onze reis in Gdansk.

Hoe groter de afstand hoe zuiverder dit systeem werkt. Wegen zijn – zeker in bergachtige streken – niet allemaal even kaarsrecht. Maar op een grote afstand wordt een afwijking naar links op enig moment wel weer afgewisseld door een afwijking naar rechts. Ik vertrouw hierbij volledig op de waarschijnlijkheidsleer die onder meer zegt dat alle afwijkingen naar plus en min, naar links en rechts gelijkelijk zijn verdeeld.

De welving van de aarde gaat op langere afstand wel spelen. Ik zou dan in oostelijke richting wat smokkelen en bij een 2:1-route een paar keer niet de tweede maar de derde weg rechtsaf nemen. Zodat je per saldo iets meer kilometers in oostelijke richting maakt om de bolling te compenseren.

Op kleine schaal heb ik deze reiswijze uitgeprobeerd. Een ritje naar de Ardennen dat inmiddels aardig wat platgetreden paden kent, werd ineens een adembenemend avontuur over boerenzandweggetjes, langs bouwplaatsen met onaffe bungalows, dode rivierarmen en met berenklauw overwoekerde grensposten.

Engelbert Spechtenborst jr.
Gebaseerd op column die eerder verscheen in Unapproachable van Norton Club Nederland

Dit bericht is geplaatst in blog met de tags . Bookmark de permalink.

Geef een reactie