Slapend rijk

Steve McQueen in The Great Escape

In de voetballerij is het mooi geregeld. De oorspronkelijke club van een speler profiteert blijvend van diens gestegen marktwaarde. Bij elke nieuwe transfer mag de penningmeester van Boekelse Boys weer vijf tot tien procent van de verkoopsom in het clubkasboek bijschrijven.

Van door mij verkochte motorfietsen en daarna ongetwijfeld weer opnieuw doorverkochte motorfietsen heb ik nooit een cent teruggezien. Het zou me ongetwijfeld vele tonnen opbrengen en ik zou inmiddels een rustig bestaan op een tropisch eiland leiden.

Voor de nazaten van Steve McQueen (1930-1980) kun je die inkomsten gerust met een factor duizend vermenigvuldigen. De filmacteur mag al meer dan 35 jaar geleden zijn overleden, nog steeds staan prestigieuze veilinghuizen te trappelen om zijn ex-bikes (door) te verkopen. De laatste veiling vond afgelopen week plaats in Las Vegas. De veilingmeester van Bonhams hamerde een ex-McQueen Harley bigtwin uit 1912 af voor ruim 77.000 euro.

Ooit zou motorgek McQueen – hij nam in 1964 met het VS-team in Oost-Duitsland deel aan de internationale zesdaagse – een verzameling van 100 motorfietsen hebben gehad. En hij was verslaafd aan Triumph en Indian.

Er zijn overigens McQueen-bikes en McQueen-bikes. Naast zijn persoonlijke bezit is ook een aantal motorfietsen legendarisch geworden doordat hij ook in films graag in het zadel zat. Meest iconisch is de Triumph TR6 Trophy die hij in The Great Escape bereed.

Dit bericht is geplaatst in blog met de tags , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie