Wegkomen

Ik ben een audiofiel en maak me grote zorgen. Audiofiel wil in mijn geval zeggen dat mijn gehoor een stuk beter is ontwikkeld dan mijn gezichtsvermogen. Mensen die ik ooit eenmalig ontmoet heb, herken ik eerder aan hun stem dan aan neus, ogen of kuif. (Bij dezen ook excuus aan alle ‘bekenden’ die ik in de loop der jaren straal voorbij ben gelopen in winkels, bij popconcerten of zelfs op motorclubbijeenkomsten).

De audiofiel in mij weet geluid niet alleen goed te onderscheiden en in mijn hersenpanarchief te rubriceren, maar kan ook enorm genieten van geluidsaard. Natuurlijk bij muziek, zoals de stem van Chris Farlowe of de cello van Remi van Kesteren, maar ook watertand ik bij een hagelbui op golfplaat of een terugschakelende eencilinder aan de andere kant van het bergdal. Dat laatste bracht me er ooit toe enkele lp’s te kopen met huilende Suzuki’s, over hun toeren draaiende vijfcilinder Hondaatjes maar vooral Norton Manxes: TT Highlights.

Die grote zorgen, waarmee ik dit stukje binnenviel, gaan over het motorgeluid van de toekomst. Nu duidelijk is dat Europa vanaf 2035 in auto’s geen nieuwgeproduceerde verbrandingsmotoren meer toestaat – met een enkel geitepaadje voor Efuels ofwel synthetische brandstoffen – blijft de motorfiets echter nog gevrijwaard van elektrificatie, en daarmee van een non-geluid. Wij dus niet. Zoals we ook wegkomen met apk-keuringen, stoepparkeren en filepasseren.
En hoewel de motorfiets voorlopig nog buiten schot blijft, verwacht de KNMV echter dat elektrificatie van de motorfiets slechts een kwestie van tijd is.

Waar de nieuwe automobiel vanaf 2035 alleen nog in elektrische uitvoering mag voortbestaan, laat de motorfietsindustrie desondanks zelfs een tegenovergestelde beweging zien. Merken met een nostalgische echo als Royal Enfield, Norton (de Heintje Davids onder de klassiekers) en BSA poetsen hun tankbadge nog eens een keertje op en zetten ons pseudoklassiekers voor.

Is het ook om aan te horen? Nou ja, het geluid van de BSA Goldstar klinkt met een E-gekeurde uitlaat – dat al wel – een stuk beschaafder. Maar ook veel vlakker en saaier dan de gorgelende Goldstar van weleer.

Maar goed waar maak ik me dan zorgen om? Dat al dat mooie geboem, geknal en geplof straks alleen nog hoorbaar is bij een geluidsarchief én dat wij voorlopig mogen blijven bijdragen aan de CO2-uitstoot.

Dit bericht is geplaatst in blog. Bookmark de permalink.

Geef een reactie