Na een met heerlijke wijnen besproeide barbecue-avond moest ik, bij mijn huis aangekomen, op zoek naar de vindplaats van mijn huissleutel. Had ik die dan niet gewoon in de zak dan? Nee, ik was het ding kwijtgeraakt, waarschijnlijk weggegleden uit een ondiepe broekzak.
Maar gelukkig had ik me ooit, een jaar of acht geleden, met een vooruitziende blik voorbereid op het moment dat ooit komen zou. Het moment waarop ik de sleutel triomfantelijk onder een stoeptegel, een veilige voor niemand naspeurbare opbergplek, tevoorschijn zou toveren.
Ja stoeptegel. Maar welke was het ook alweer. Ik keek naar 42 terrastegels. Ze kwamen me niet te hulp. Het moest iets met drie te maken hebben, schoot me te binnen. De derde tegel? Mijn lichtgeworden, ineffectief rekenende roséhoofd was vooral zorgeloos en maakte rare gedachtensprongetjes en diepte ineens de formule op: 3-3-30. Ja 3-3-30. Maar wat nou 3-3-30?!
Verankerd
Ik ging aan de rand van terras staan, bij de derde tegel van links. Er begon iets te dagen. Nee joh, fout, het was de derde van réchts.
Ik stond in de maanverlichte nachttuin, de contouren van de vlinderstruik en de krentenboom, een amelanchier ballerina vosjeia, waren duidelijk zichtbaar. Eenmaal op dat punt wist ik het zeker: vanaf de derde tegel drie stappen naar voren en dan dertig centimeter de grond in. Ja daar vlakbij de appelboom zou de huissleutel – verpakt in een plastic zakje toch (?) – na al die jaren trouw op me liggen te wachten.
In de loop der jaren had de appelboom zich stevig in de grond verankerd, bleek. Waar ik destijds makkelijk een schop in de grond kon steken, stuitten mijn ongeduldig in de grond woelende handen op de ondertussen dik geworden, taaie boomwortels.
Doorverbinden
Maanlicht blijkt maar een oppervlakkig schijnsel en het maantje reikte deze avond zeker niet tot dertig centimeter onder de grond. Op het gevoel doorvlooide ik, zoekend in het labyrint van wortels de droge zandgrond. Hij moest hier toch érgens liggen. Na een kwartier voelde ik iets plasticachtigs. Half vergaan, maar de sleutel was er nog, en even later ontsloot ik de achterdeur als een wethouder die de eerst opgeleverde woning in een nieuw woonwijk opent.

Ik dacht terug aan mijn oude R75/5. Waarvan ik ook ooit de sleutels was kwijtgeraakt. Makkelijk te verhelpen dacht ik met levendige herinneringen aan jeugdpockets over Inspecteur Arglistig en Commissaris Achterberg. Gewoon even een paar draden met elkaasr doorverbinden en gaan met die BMW.
In een tot kluwen verworden draadboom in de koplamp, kwamen de verkeerde draden met elkaar in contact waarna een deel van de kabels wegsmolt. Boomwortels zijn minder destructief.