Dit bouwpakket was toch foolproof?

Een Ikea-pakket daar lachen we om. Gewiekste sleutelaars als wij motorrijders zijn, zul je ons niet gauw aan de telefoon zien hangen om een zwager uit te horen over het in elkaar knutselen van een Valvikk wandmeubel.

Wonend op de regenrijkste plek van het land, moest het er een keer van komen: wateroverlast. Niet op een open manier door de voordeur, maar geniepig via dak en regengoot. Vloerbedekking volgezogen, boekenkasten onbruikbaar. De achterwanden hadden zoveel water opgenomen dat ze inzakten zoals in thee gesopte mariakoekjes dat kunnen doen.
Het kwam me goed van pas. Met het in huis halen van dat Ikea-pakket kon ik mijn moreel weer opschroeven, kon ik met het meegeleverde inbussleuteltje in de hand weer aan mijn zelfvertrouwen werken.
Een drie keer uit elkaar gehaalde versnellingsbak die ik wel lekdicht kreeg, maar niet meer schakelde, had me de nekslag bezorgd. Een sleutelende broddelaar, meer was er niet van me over. O ja, en ik had ook nog een gasnaald weten te verbuigen waardoor de benzine met horten en stoten de verbrandingsruimte binnenstoof. Ik biecht het gewoon maar even eerlijk op, bang dat zoiets vroeg of laat toch uitlekt.
Na het eerste Ikea-kastje nog met de papieren handleiding erbij vlot in elkaar te hebben geschroefd kreeg ik de smaak te pakken. Binnen tien minuten was het gepiept, had ik op de door Kris Bengtsson ontworpen wandklok afgelezen. O wat begon ik mezelf weer te vertrouwen! Bij de tweede kast was het al niet eens meer nodig die overdreven foolproof montagetekeningetjes erbij te pakken.

*  *  *  *  *

Ik zit me nog steeds af te vragen hoe het in hemelsnaam mogelijk is dat wanneer je iets op twee manieren in elkaar lijkt te kunnen zetten, je altijd, ik zeg altijd, de verkeerde keus maakt.
Je rijdt tomtomloos op onbekend terrein met een vage routebeschrijving in het achterhoofd. Een vluchtige blik op de kaart voorafgaand aan het vertrek was voldoende geweest. Dacht je. Op de eerste driesprong gaat het fout. Linksaf of rechtsaf? Vergeten te kijken of er misschien een bruggetje of een spoorlijn als herkenningspunt op de kaart stond aangegeven. En – drama – die kaart ligt onderin de tanktas en het stortregent.
De klemband om een uitlaat kan al problemen opleveren: komt het boutje aan de bovenkant of aan de onderkant, en wil je straks tegen de moer of de kop van de bout aankijken?

*  *  *  *  *

Met een omweg bedoel ik te zeggen dat het mis ging. De bovenste kastplank had ik met de onderste plank verwisseld. Het leek toch perfect te passen. Pas als de kast bijna in elkaar zit, ontdek je dat je de nieuwe, droge maria-achterwand er niet in kunt schuiven.
Dan breekt voor mij vervolgens een gevaarlijk moment aan: ik zie nog niet onder ogen de verkeerde route te hebben gevolgd en dreig de achterwand er alsnog in te forceren.
Bij familie, vrienden en vijanden sta ik bekend om mijn bovenmatig goed ontwikkelde oriëntatiegevoel.
Een paar jaar geleden reed ik op een buitenlandse trip mee met een bevriende Engelse motorclub. Ik speelde in dat peloton een bescheiden rol, stemde lijdzaam in met gedane voorstellen of halve besluiten van de meest mondige deelnemer om aan te leggen bij café X of om op de ochtend van de terugreis toch vooral eerst een flitsbezoek te brengen aan dat interessante museum Q.

*  *  *  *  *

Ik maak mezelf dan maar wijs dat al die andere reisgenoten waarschijnlijk veel beter weten dat dat een goed idee is en dat ik me er verder niet tegenaan hoef te bemoeien. Maar toen we eenmaal in de stromende regen volstrekt de verkeerde kant op reden, tientallen kilometers achtereen, kon ik het niet langer aanzien en probeerde met alle macht de stoet de goede kant op te forceren.
Oriëntatie is een mannending (met zijn achtergrond als jager blabla) en die groep bestond voor 90 procent uit mannen: er waren achttien mensen die zich goed konden oriënteren.
Het lezen van een handleiding, het volgen van een weggetje op een kaart, het koken naar een recept of het volgen van aanwijzingen uit een werkplaatshandboek doen een beroep op dezelfde verstandelijke en motorische vermogens: lezen, het goede gereedschap erbij pakken en ermee draaien, wentelen, roeren of het stuur omgooien.
Ik heb nog twee kasten te gaan. En ik zoek nog foto’s van mijn huiskamer. Daar moet toch uit af te leiden zijn op welke plank mijn werkplaatshandboeken ooit stonden?

 

Engelbert Spechtenborst jr.

Column verscheen eerder in Unapproachable van  Norton Club Nederland

 

Dit bericht is geplaatst in Spechtenborst met de tags . Bookmark de permalink.

Geef een reactie