Toe maar, nog meer reuring

Haalden we toch nog de krant, de Stentor in dit geval.
Afgelopen vrijdag: een wilde politieachtervolging die eindigde met een crash van jakkerende boeven in mijn woonplaats Twello. Boeven auto uit, op de vlucht. Politieheli de lucht in om de bandieten alsnog in de kraag te grijpen.

Niet leuk voor de helipiloot die ’s ochtends vroeg om zes uur de lucht in moet om in een nog aardedonker Twello te turen. Niet minder onaangenaam voor dorpsbewoners die op dat tijdstip door heliherrie uit bed worden verdreven.
Met tegenzin had ik het gordijn opzijgeschoven. Nee natuurlijk, niets te zien.
In de loop van de ochtend verscheen een gealarmeerde verslaggever van regionaal dagblad de Stentor aan de deur. Hadden we soms wat gehoord, gezien? Gehoord ja. Maar verder kon ik er geen info aan toevoegen.

’s Middags op de Stentorsite gekeken of de verslaggever nog wat meer informatie uit het dorp had weten los te peuteren. Eh ja, zeker, dorpsbewoner Henk van ’t Veen had tegen zijn vrouw gezegd ‘eindelijk een beetje reuring in het dorp’.
Om een verklaring te krijgen voor dit door de verslaggever ingevoerde citaat – het is een van de acht standaardreacties bij journalistiek buurtonderzoek wanneer zich iets opzienbarends in de naaste omgeving heeft voorgedaan – probeerde ik de man te spreken te krijgen. Om op mijn beurt verhaal te halen.
Bellen, antwoordapparaat inspreken, sms’jes, het haalde niets uit. De verslaggever verscheen niet aan het toestel. Nou ja één keer. Om me te sms’en ‘drukdruk te zijn’. Bel je morgen.
Dat wilde ik niet, de onzin dat een dorpsbewoner, ik, op dit soort reuring zit te wachten moest van de site af en wenste ik evenmin in de krant van de volgende dag.

Zoals beloofd belde de verslaggever zaterdagochtend terug. Het werd touwtrekken doch tenslotte verwijderde hij het gewraakte citaat. Maar wat ik niet had gewild was al geschied. Ieder die zich vrijdag naar de Stentorsite had gehaast om zich met nieuws over het nachtelijk heli-klapwieken te voeden had vrijdag al lang gelezen dat hun dorpsgenoot ‘eindelijk’ met reuring aan zijn trekken was gekomen. Ik schat het bericht op zo’n driehonderd clicks.
De Stentor deed het in de zaterdagkrant met die naar ophef en kabaal smachtende dorpsbewoner nog een keer dunnetjes over.
De enige reuring waarnaar boemknalplof verlangt is het opstarten van de motoren, de nieuwe lente en het op gang komen van de langeslagklappen die vervolgens in de landelijke omgeving welluidend wegsterven tot een zacht brommende horizon.

.

Dit bericht is geplaatst in blog. Bookmark de permalink.

Geef een reactie