Hartstocht

Het motorrijden, het hartstochtelijk motorrijden zien we graag als een virus. Hoe vaak kom ik het niet tegen in terugblikverhalen van motorrijders dat ze op jonge leeftijd door die en die al ‘besmet’ zijn geraakt met het motorvirus. Nu zeg je – virusvrezend – misschien liever dat het deel uitmaakt van je DNA.

Maar er is een duidelijk verschil. Een virus kun je oplopen doordat je bent aangestoken door een wildvreemde ander. DNA daarentegen is de unieke code die je van je vader en je moeder cadeau hebt gekregen. Dit erfelijk materiaal kan op zijn beurt wel ernstig beïnvloed kan raken door een virus.Ten kwade, maar ook ten goede.

Mijn motorrijden is niet uit een toevallige ontmoeting ontstaan. Je kunt zeggen dat mijn generatie – laten we het houden op die van zestigplussers – haast niet anders heeft gekend als vaders en moeders die weer vaders, ja vrijwel altijd vaders, hadden die motorfiets reden. In mijn 60-plusgeneratie is de ontvankelijkheid er altijd geweest, het DNA-bedje lag gespreid.

Daar moet wel de kanttekening bij dat niet al onze vaders en grootvaders met hartstocht motor reden. Zo zag je in de jaren vijftig de eerste afvalligen. Overlopers die de gemotoriseerde tweewieler maar wat graag inruilden voor een – betaalbare – overdekte driewieler waarin paps en mams met drooggebleven broekspijpen en onaangedaan permanent ’s zondags op familiebezoek konden.

Maar hoewel het met mijn DNA wel snor zit – mijn vader stapte dagelijks met een tanktas vol foto-apparatuur op een Sparta SL 250 om voor een huwelijksreportage bij zijn klanten langs te gaan – moest de hartstocht nog ontbranden.

Norton

De motorliefde laaide pas goed op toen mijn oom een brochure liet zien van een nieuwe motorfiets die hij op het oog had: een Norton 650SS Dominator. Gretig haalde hij na het tonen van de imposante technische gegevens en de verschillende kleurstellingen waarin de Dominator leverbaar was, de glorieuze racegeschiedenis van Norton op.

Hij bezat overigens al een Norton Manx, een Protar schaalmodel, volgde een schriftelijke NTI-cursus motortechniek en het weekblad Motor werd gespeld. En altijd maakte hij me deelgenoot van de opgedane kennis. Ik keek mijn ogen uit: een oom die in een blik olie (Castrol? Duckhams?) zelf zijn ketting uitkookte. Kon dat? Ja, dat kon.

En toen de Dominator er eenmaal was, droeg ik – tong uit de mond – mijn steentje bij: met een reep oude theedoek joeg ik het straatvuil uit de lastigste mierenneukhoekjes tussen spaak en velg weg. Blinken zou de Norton.

Binnenshuis waren het geluidsfragmenten van de TT op Man, afkomstig van een 45-toerensingle, waarmee de Gilera’s, MV’s en Nortons door de toenmalige flatwoning in het Kennemerland bulderden.

Mijn DNA had gezelschap gekregen van een goedmoedig, katalyserend virus. Wat keek ik uit naar schoolvakanties om mijn avontuurlijke motoroom op te zoeken!

Wegbereider

Zijn dochter stuurde me vorige week een foto uit 1960 waarop hij wat onwennig maar vol overgave in de clip-ons hangt van een nukkige AJS 7R, fameus en bijgenaamd Boy Racer. Zijn eigen toenmalige Puch 250 SG, een dienstfiets gelijk de Sparta van zijn broer, staat als een jaloerse minnaar op de achtergrond in parkeerstand.

Ik denk zelfs te weten hoe hij op de Boy Racer is terechtgekomen. De foto moet zijn gemaakt bij Harrie Meijer in Badhoevedorp, in de jaren vijftig onder meer dealer van Puch, zíjn adres. Mijn oom zag de racer buiten bij de werkplaats staan. Hij zal iets hebben gezegd als ‘ik durf het haast niet te vragen, maar….. ‘

Er zouden nog enkele jaren van dromen voorbijgaan, voor het Engelse viertaktgeweld zijn en mijn leven binnendrong. Op een goede dag stond de Dominator er.

De laatste jaren bereed hij nog wel eens een BMW. Twee weken geleden overleed mijn geliefde oom op 87-jarige leeftijd. Cees, een wegbereider in velerlei opzicht. Niet in de laatste plaats op de motorfiets.

Dit bericht is geplaatst in blog met de tags , . Bookmark de permalink.

Eén reactie op Hartstocht

  1. Wat een liefdevol verhaal over de van’t Veen motor DNA. Was nog voor mijn geboorte, maar herinner mij dat mijn vader Cees nog zelfs een paar jaar geleden, op ruim 80jrg leeftijd langs kwam om zijn kleinzonen voorop de motor te zetten. Dank Henk.

Geef een reactie