Heroïek

Het collectieve motorleven ligt al maanden op zijn gat, de motorrijder is een enkeling. Uitgerekend nu produceert de KNMV de leukste nieuwsbrief ever. Niet zelden belandde deze set mededelingen met z’n rijvaardigheidstrainingen, sleetse wintertips en waarschuwingen dat je verdomd goed moet oppassen nu het seizoen weer is begonnen, bij het digitale oudpapier.

Maar goed dit keer was de nieuwsbrief in de roos met een verhaal over een naar India gebrachte Royal Enfield, een serietje sleuteltips (van olie tot remvloeistof) en de professionele motorrijder in het peloton van de Tour de France.

Het laatste onderwerp is opgenomen in de column Motormuis. En net als ik de vingers begin af te likken in afwachting van wat motorheroïek binnen deze kaste van onopvallend aanwezige superstuurders draait de motormuis het perspectief van het verhaal richting Den Haag. Want de KNMV wil dat de amateur-motorrijder van de minister de gelegenheid krijgt een cursus te volgen om kermiskoersen in de Lage Landen te begeleiden. Momenteel zijn alleen motoragenten daarvoor bevoegd.

Zelf maar op zoek naar mooie verhalen en beelden van professionele motorrijders, van de wegenwachten, de mannen op de dernies en de grote motoren, de ordonansen, de bakkers met aangehaakte servicecars, nierkoeriers, steilewandduivels en ja motoragenten.

De heroïek van niet alleen stoempers en berggeiten maar ook van de altijd om de renners heenzwermende motorrijders komt doorgaans fraai in beeld in fotoboeken die iets over de geschiedenis van de Tour vertellen.

Zo kocht ik ooit het ‘Cols Mythiques’ uitgegeven door l’Equipe: historische ritten over befaamde tourcols. Niet alleen komen Coppi, Bobet en Anquetil voorbijklauteren maar ook heel veel BMW, en ook een niet onaanzienlijke hoeveelheid Gnôme et Rhônes AX2, een Franse zijklepboxer, en zelfs BMW 250’ers die doodleuk de Izoard beklimmen. Of neem die gendarme die met een politiefluit in de mond op de hielen van Anquetil een haarspeld neemt. En dan dat groepje mecaniciens dat met motor (en verband en pleisters?) waaronder een BSA A7, in een bloedlinke afdalingshaarspeld op de doorkomst van de renners wacht.

En over heroïek gesproken. Die zes Italianen, supporters, die met hun Vespa’s de moeite namen de Col de la Bonette op te gaan, mogen er ook zijn. Ze moesten namelijk ook nog naar beneden over de met steengruis bestrooide weg die er in 1962 nog lag.

Dit bericht is geplaatst in blog met de tags , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie